Ik had deze week via de e-mail een interessant gesprek met een woningen-expert.
U weet, ik investeer in woningen in Detroit. Ik koop woningen die in niet zo’n beste staat zijn en laat ze opknappen. Als dat gedaan is, verhuur ik de woningen.
In Detroit werkt dat. Ik heb er geen behoefte om nieuw te bouwen. Dat zou veel te duur zijn, als je materialen en mensen al kan vinden om de woning(en) te bouwen. Het enige wat je daar op grotere schaal wel nieuw gebouwd ziet worden, zijn appartementen.
In Nederland is er een heel andere markt. Hier hebben we behoefte aan woningen waar je je hele leven kan blijven wonen. De woningen die gebouwd werden in de jaren vijftig voldoen daar niet meer aan.
Ze zijn niet alleen qua bouw verouderd. Ze voldoen ook niet meer aan wat we tegenwoordig van een huurwoning verwachten.
Zeker in de sociale huurmarkt moeten woningen ook tegen een stootje kunnen. Dat kunnen die oude woningen niet, waardoor onderhoud duur is.
Helaas lijkt dan slopen en nieuwbouw de betere optie. Weg is dan de sfeer die in die wijk hing. Dat verlies je. Maar de woningen moeten wel leefbaar én commercieel haalbaar blijven.
Levensloopbestendige woningen zijn het antwoord. Het voordeel is dat ze energiezuiniger zijn, een beter leefklimaat bieden en minder onderhoudskosten kennen.
De sfeer moeten de bewoners er zelf terug in brengen. Daar kan een slimme opzet van de wijk bij helpen, maar uiteindelijk bepalen mensen de sfeer.
Architecten kunnen, door slim te tekenen en het creëren van gezamenlijke ruimtes, de sociale cohesie enorm ondersteunen. Helaas blijken niet alle architecten en alle opdrachtgevers daar al van overtuigd. Het is dan misschien door gezamenlijke ontmoetingsruimtes te creëren iets duurder in aanvang, maar gezellige wijken trekken mensen aan en dat is weer goed voor de vastgoedprijzen. Op de lange termijn wint dan iedereen want in een gezellige wijk zijn ook minder problemen.
Heeft het nog zin te investeren in oude woningen?
