In 2014 besloot de toenmalige Amerikaanse president Obama een een landruil te doen met Rio Tinto.
Rio Tinto zou een stuk federaal land krijgen om er een kopermijn op te kunnen beginnen.
In ruil zou Rio meerdere stukken land aan de Amerikaanse staat over doen.
De deal werd door de volgende Amerikaanse president bekrachtigd, maar door de huidige president op pauze gezet.
De Apache stam ziet het stuk land als religieuze grond en wil het terug hebben.
Een rechter heeft nu aangegeven dat het weliswaar zonneklaar is dat de deal bedoeld was om koper te ontginnen, maar dat de deal daarmee niet illegaal was.
De Apache stam heeft ondanks de deal nog altijd kans haar religie uit te oefenen, maar het recht van de overheid om land van de overheid te verkopen ligt bij de overheid.
Er is nu alsnog een wetsvoorstel ingediend om de landruil terug te draaien. Onduidelijk is of dat wetsvoorstel ook maar een kleine kans van slagen heeft.
Terugdraaien van de deal zou de Amerikaanse overheid veel geld kosten, want ondertussen heeft Rio Tinto al meer dan een miljard dollar in het project geïnvesteerd.
Strategisch zou de kopermijn een goede zaak zijn. Het maakt de VS minder afhankelijk van import uit landen die het als ‘minder vriendelijk’ bestempeld.