Ik zat … het is twee jaar geleden ondertussen al weer… met een paar oudere mannen bijeen. We hadden samen midden in de week een feesttent opgebouwd. De buurtvereniging vierde een weekendfeest en de werkzaamheden worden dan gedaan door actieve vrijwillig aanwezige bewoners.
In de koffiepauze kwam één van de relatief jongere helpers met de opmerking dat die oude knakkers het maar mooi voor elkaar hadden, midden in de week een beetje als vrijwilliger een tent opbouwen.
Wie had er, net als hij, een dag vrij voor moeten pakken?
Nu, het bleek, alleen hij had inderdaad vrij moeten pakken. De rest was ondernemer of ‘in ruste’.
Waar deden ze het van kwam als opmerking.
Er riep er één vastgoed… waarna de rest, stuk voor stuk, ook aangaf… vastgoed.
Ook ik. Nog niet zo groot als nu, maar ook ik bezat toen al de nodige panden.
We bleken allemaal, behalve die dertiger, in vastgoed te zitten.
De één in agrarisch vastgoed, de ander in kantoor en winkelpanden, meestal in Nederland, maar ik was niet de enige met buitenlands vastgoed.
Allemaal waren we er actief in.
Die dertiger kreeg daarmee wel gratis een lesje…
Of hij het ter harte heeft genomen?
Waar is het vermogen mee gemaakt
