De Universiteit van Twente heeft er onderzoek naar gedaan en haar rapport is vernietigend. Volgens de onderzoekers is de ratio 1 op 2,2. Je stopt er één liter in en er komen er 2,2 uit. Dat is bedroevend weinig en als hun berekening juist is, dan zou het de nekslag voor koolzaad als biobrandstof betekenen.
Gelukkig dat die knappe wetenschappers van de Universiteit van Twente en een potje van hebben gemaakt. Hun berekening rammelt aan alle kanten. Ze hebben echt met een enorme kokervisie naar het geheel gekeken.
Wat is het geval:
De opbrengst van een hectare is niet alleen theoretisch te bepalen, maar is ook in de praktijk te berekenen. Er zijn immers al boeren mee actief. Ik heb gekeken naar de output van één van die boeren.
Vanuit de praktijk van die boer kunnen we zien hoe het werkelijk is.
Een hectare grond bewerken kost de boer 100 liter (bio)diesel. Daarin zit zaaien, oogsten, naar de molen rijden etc.
Per hectare is de opbrengst 4500 kilo zaad, 4000 kilo stro en 8000 kilo humus.
Van de 4500 kilo zaad blijft na koude persing 1600 liter olie over.
Ook blijft er vervolgens bijna 3000 kilo krachtvoer over.
Puur gekeken naar olie is er dus niet een output van 2,2 maar van 16.
Maar daarnaast is er dus ook veel restwaarde in de producten die niet voor de olie gebruikt worden. Immers is slechts 8% opbrengst aan olie. De humus en stro gaan deels de akker weer op om als bodemverbeteraar te dienen. Het product dat overblijft na de koude persing van het zaad is een prachtig alternatief voor soja uit Zuid Amerika. Dat scheelt dus ook heel wat vervoersverbruik.
Door wisselteelt toe te passen, en dus maar eens in de vier jaar koolzaad op een veld te zetten, gaat ook de opbrengst van de drie andere jaren (waarin je voedsel kan verbouwen) omhoog. Dit omdat veel humus en stro terug op het land gebracht kan worden.
De boer kan nu weer, net zoals vroeger, zelf zijn brandstof verbouwen. Vroeger deden ze dat ook. Toen ging een deel van de oogst naar de paarden en ossen. Nu gaat (straks) een deel van de koolzaadopbrengst naar de trekkers en andere machines die op bio-diesel kunnen lopen.
De vraag is nu of de onderzoekers van de Universiteit van Twente hun werk nog een keer goed over gaan doen. Hun eerste poging komt op mij namelijk over als broddelwerk. Het is alsof de uitslag vooraf al bekend moest zijn en ze er keurig naar toe gewerkt hebben. Je moet tegenwoordig wat om subsidies van het bedrijfsleven te krijgen? Van wie kwam hun subsidie af? Een oliemaatschappij? Het zou me niets verbazen. Ik heb nog geen reactie van de Universiteit mogen ontvangen.