Het kapitalistische systeem heeft ons veel gebracht. Het was voor een tijd misschien wel het beste wat ons kon overkomen. Maar net als al het andere in het leven is er een begin en een einde.
Is het onderhand niet tijd om daarom afscheid te nemen van een systeem dat haar houdbaarheidsdatum al voorbij is?
Wat bedoel ik?
In het kapitalistische systeem staat marktwerking heel prominent in de markt. De markt kan zichzelf, moet zichzelf reguleren.
Dat blijkt niet zo te zijn.
Een mooi voorbeeld kreeg ik dit weekend.
Tien jaar geleden werd in Spanje de aankoop van zonnepanelen actief tegengewerkt door de elektriciteitsmaatschappijen.
In een land met extreem veel zon werd het zonnepaneel een bedreiging voor de gevestigde orde binnen de energie sector.
Middels een actieve lobby werd de politiek bewerkt en uiteindelijk werd het eerdere subsidie traject voor zonnepanelen losgelaten. Zonnepanelen ging in Spanje in de ban.
Dit land had nu een grote spelen in de markt kunnen zijn, maar het heeft zichzelf uit de markt geplaatst omdat bedrijven te veel macht kregen over de politiek.
Bedrijven mogen egoïstisch zijn. Ze bestaan immers om winst te maken. De politiek moet daar boven staan en gaan voor het grotere plaatje. Daar is het de politiek voor. Dat deed de politiek daar toen niet, omdat de macht van het geld te groot was.
Kapitalisme zorgt uiteindelijk ook voor monopolitische bedrijven die heel de markt domineren. Het zorgt voor 300 miljardaire die alles hebben en 4 miljard mensen die minder dan die 300 miljardairs hebben.
Weg dus met het kapitalisme.
Maar dan?
Het probleem in de huidige wereld is dat we geen ander ‘isme’ alternatief hebben. Rusland, China, India, Brazilië, Philipijnen, allemaal landen die kozen voor de “sterke man politiek”. Een afgeleide van fascisme. De vorige president van de VS hing die lijn ook aan.
Ook binnen Europa zien we in Hongatije en Polen de hang naar die sterke man politiek.
Dat is het antwoord niet, want dan krijg je wat Rusland nu laat zien.
Die sterke man gaat gekke dingen bedenken om maar aan de macht te blijven. Op een gegeven moment is dan het enige alternatief nog om een buitenlandse vijand te creëren. India staat ook op dat punt.
Ook ik heb geen pasklare oplossing voor de opvolging van kapitalisme. Tenminste, niet te vatten in een “isme”.
De mens centraal klinkt leuk, maar de meeste mensen willen niet centraal staan. Die willen hun leven leiden en zich niet bezig (moeten) houden met zaken buiten hun directe omgeving. Er is dus altijd behoefte aan een elite die zich wel hard wil maken voor het grotere plaatje. Wat hun motivatie ook is, goedheid, machtswellust, niets anders kunnen etc. Er zullen politici nodig zijn en de vraag is, hoe houden we die politici eerlijk, ondanks hun soms beroerde persoonlijke karakter.
In de VS zien we dat geld heel bewust een enorme rol in de politiek mag spelen. Dat is in mijn ogen totaal de verkeerde weg. Dan krijg je voorbeelden als in Spanje.
Ik blijf erbij dat we de bevolking beter moeten opvoeden met betrekking tot politiek. Meer macht naar kleine lokale eenheden, alwaar burgers ook echt het verschil kunnen maken. Men moet het idee krijgen ook écht invloed te hebben. Met die insteek laat je je vervolgens door de hogere politiek niet zo snel met een kluit het riet in sturen.
Mijn eerste voorstel is echter dat bij de verkiezingen iedereen die mag stemmen 50 euro krijgt. Vervolgens mag je kiezen. Je mag gaan stemmen. Dat kost je 50 euro. Of je gaat die 50 euro lekker ergens anders aan uitgeven. Aan jou de keuze. Hoe dan ook die 50 euro gaat goed terecht komen. Mensen die zich hard maken voor een politieke stroming zullen meer invloed krijgen omdat de mensen die het niets boeit lekker gaan consumeren. Goed voor de economie en goed voor het politieke proces. Het voorkomt in mijn ogen een heleboel onzin stemmen. Dat zou al een mooie eerste stap zijn.