Het beleggingsjaar 2007 kan in drie belangrijke delen gehakt worden. Het eerste deel was de overname hype. Geen bedrijf was veilig en vooral vanuit private equity fondsen was er geld in overvloed en ze wisten van gekkigheid niet tegen welke belachelijke koersen ze toonaangevende bedrijven wilden opkopen. Dit leek een enorme bubble te gaan worden die vanzelf uiteen zou klappen, maar voordat het zover kwam, was er het onderwerp dat het tweede deel van 2007 de koppen in de pers zou beheersen, namelijk de subprime crisis.
Afgeleide producten die door zeer toonaangevende banken waren ontwikkeld, bleken gebaseerd op zeer discutabele leningen te zijn. Toen de huizenmarkt in Amerika afkoelde bleek er ineens een leningen bubble te bestaan die vol in het gezicht van de zeer toonaangevende banken ontplofte. Het resultaat was een afwaardering van gemiddeld meer dan 40% voor heel de financiële sector.
U las al dat er drie delen van 2007 waren. Het derde deel was de opkomst van China als economische wereldmacht. Dat is in heel 2007 een belangrijk item gebleven. Beleggers die voor China kozen, hebben het het beste van allemaal gedaan. China is nu pertinent niet meer goedkoop. Het is nog wel kansrijk, maar de beurs liep er al enorm op vooruit. China zal echter in 2008 vol in de belangstelling staan, al was het maar vanwege de Olympische Spelen.