Wat we ons bijna nooit realiseren, is dat Nederland in 1900 één van de vele kleine landjes binnen Europa was. Het was daarbij nog eens arm ook,
hetgeen te danken was aan de Oranjes, die goed voor zichzelf en hun vrienden zorgden en de rest lieten stikken.
Na 1900 veranderde er iets. Nederland besloot een strikt neutrale rol te spelen en dat resulteerde in het feit dat we in de Eerste Wereldoorlog neutraal konden blijven. Daar waar andere Europese landen een enorme domper te verwerken kregen vanuit omgekomen burgers en soldaten en een enorme armoede vanwege de oorlogsschade, werd het arme Nederland verhoudingsgewijs ineens rijk en het was in staat om na de oorlog Europa te voorzien van haar producten.
Vooral In Brabant ging men zwaar aan de leg en werden gezinnen met meer dan tien kinderen de regel. De bevolking ontplofte werkelijk.
Dat bleef lang doorgaan, ook ver na de Tweede Wereldoorlog.
Om een indruk te geven, mijn dorp Best had in 1960 slechts 2000 woningen. In het jaar 2000 waren het er al 10.000. In veertig jaar zo’n enorme groei!
Voor ons heel normaal, maar de andere kleine landen in Europa groeiden veel minder explosief.
Daarom is Nederland qua inwonersaantal het grootste van de ‘kleine’ landen geworden. Aanzienlijk bevolkingsrijker dan België, Zweden, Noorwegen, Finland, Denemarken, Portugal, Ierland, Oostenrijk, Zwitserland en Griekenland. Dat terwijl dat in het jaar 1900 dus helemaal niet het geval was. Toen woonden er in België meer mensen dan in Nederland.
Tegenwoordig is de extra groei er wel uit. Ook Nederland kent net als veel andere Europese landen nog een lage groei die voornamelijk voortkomt vanuit de toename door zich hier vestigende vluchtelingen. De eigen bevolking groeit namelijk niet meer en krimpt soms zelfs.