Verschillende Amerikaanse onderzoeken hebben eind jaren ’90 uitgewezen dat de grootste winsten niet in de indexfondsen zitten, maar juist aan de andere kant van het beursspectrum, in de pennystocks.
Is beleggen in Pennystocks (aandelen met een koers lager dan EUR 5 / USD 5) een alternatief? (let wel, het rendement in pennystocks is door de Internetcrash enorm gedaald)
Tien belangrijke regels bij Pennystocks zijn:
1 | Rapporteert het bedrijf haar cijfers? | Vooral op de Nasdaq OTC bestaan bedrijven die geen openheid over hun financiële situatie geven. Neem geen risico wat dat betreft, een gouden regel is: geen cijfers, geen belegging. |
2 | Is sprake van een specifieke en bedrijfseigen reden voor een lage koers? | Een kansrijke claim tegen het bedrijf is natuurlijk een rode vlag. Een daling van de omzet omdat een concurrent een beter product heeft gelanceerd is ook niet zo’n best gegeven en een nakend faillissement is ook niet altijd het beste moment om een positie in te nemen. |
3 | Zijn er veel short posities? | Zo ja, welke redenen hebben de shorters om te durven gokken op de teloorgang van het bedrijf? Achteraf gezien hebben bijvoorbeeld de shorters in Lernout & Hauspie maar ook in heel wat andere aandelen gelijk gekregen. |
4 | Het beste product voor een klein bedrijf is een uniek artikel dat een enorme omzet kan genereren. | Bijzonder fraai is het als op dat product ook nog een mooi octrooi ligt. Om u een voorbeeld te geven, een geneesmiddel om de ziekte van Pompe te kunnen tegengaan, zal voor hooguit 20.000 mensen interessant zijn. Een tweede generatie penicilline kan een miljardenmarkt tegemoet zien. |
5 | Welke managers zijn werkzaam voor het bedrijf? | Hebben deze managers ervaring en wat hebben ze in het verleden gedaan? Ook hier teruggrijpend op Lernout & Hauspie, enkele managers van dat bedrijf hadden in vroegere functies al eens fors gefaald. Achteraf bleek dat ze dezelfde fouten bij Lernout & Hauspie maakten. Sommige mensen laten nu eenmaal een spoor van vernieling achter als ze ergens werkzaam zijn geweest. Probeer dat soort managers te vermijden (denk ook aan WOL en kijk naar wanneer je Roel Pieper voorbij ziet komen). |
6 | Hoeveel geld is beschikbaar? | Is het waarschijnlijk dat voldoende geld beschikbaar blijft? Hoe zijn de relaties met de banken en / of leveranciers? |
7 | Hoeveel producten heeft het bedrijf? | Slechts één product is een erg smalle basis, maar een bedrijf met 20 man personeel en 40 producten is ook niet gezond. |
8 | Waar zitten de aandelen? | Hoeveel aandelen liggen in handen van institutionele beleggers, hoeveel liggen in handen van het management en het personeel en welke lock-up regelingen bestaan er? Reden om hiernaar te kijken is om in te schatten hoeveel aandelen nog vrij verhandelbaar zijn. Met name lock-ups moeten in de gaten gehouden worden, want na een lock-up van een grote aandeelhouders groep, daalt de koers vaak fors. |
9 | Hoeveel aandelen/opties gaan naar de werknemers en managers? | Tegenwoordig is het populair om personeel met opties op aandelen te belonen. Dit soort regelingen worden uiteindelijk altijd betaald door de aandeelhouders, want hun aandeel verwatert met ieder nieuw uitgekeerd aandeel. Er is een verschil tussen het verstrekken van opties om te dienen als uitdaging enerzijds, of om schaamteloos te graaien anderzijds. |
10 | Spreekt het product dat wordt gemaakt u aan? | Heeft u twijfel over de haalbaarheid van het product/concept, doe dan geen belegging in het fonds. U moet wel erg weinig vertrouwen in uw oordeel hebben, om, dwars tegen uw eigen logica in, toch te beleggen in een bedrijf waar u amper in kunt geloven. |