Officieel is het een feest uit dankbaarheid aan God, die de eerste pilgrims via de Indianen een goede oogst had gegeven, maar als we gaan kijken wat er indertijd gebeurde, is het eigenlijk een feest ter ere van het particulier bezit en misschien wel het kapitalistisch systeem.
De eerste pelgrims die zich in Amerika vestigden kenden een gezamenlijk grondgebruik, waarbij iedereen en samen de grond bewerkte voor de samenlevende groep. De eerste oogst was rampzalig en ze overleefden de winter nog maar net. In 1621 kregen de pilgrims hulp van indianen waardoor ze er al iets beter voor kwamen te staan. Deze hulp en de redelijke oogst werd toen gevierd met het eerste Thanksgiving feest.
Helaas helaas, de oogst in 1622 was weer rampzalig. De gronden werden zeer oneconomisch bewerkt omdat niemand zich er verantwoordelijk voor voelde. Alleen als iemand het voortouw nam gebeurde er iets, maar veel tijd en energie werd verloren met ruzie over wat te doen en of iedereen wel zijn of haar steentje bijdroeg. Er kwam geen Thanksgiving feest, er was weinig om te vieren. De kolonie ontkwam maar net aan de hongerdood.
Nadat ze de winter maar net overleeft hadden werd besloten om de gronden te verdelen over de families. Iedereen werd verantwoordelijk voor zijn eigen stukje grond en mocht het zijn eigendom noemen.
Het zal niemand verbazen dat (net als Rusland het eeuwen later zou ondervinden) de oogst aan het eind van 1623 enorm was. Ze was zo groot dat de pelgrims besloten dat ook in de nieuwe wereld vanaf dat moment Thanksgiving ieder jaar gevierd zou worden als dank aan God.
Terugkijkend kunnen we constateren dat het inzicht om met eigen bezit te werken de basis van het succes is geweest.
Zonder dat besluit had de wereld van nu er heel anders uitgezien. Dat de pilgrims God ervoor dankten mag logisch zijn, gezien hun wereldbeeld. Dat de niet gelovigen het als het eerste en enige kapitalistische feestdag vieren, mag nu ook logisch zijn.